De plantenfamilies van verschillende gewassen
Onze gewassen zijn is verdeeld in verschillende plantenfamilies waarbinnen de planten vaak veel overeenkomsten met elkaar hebben zoals bemestingsbehoefte, plantenziekten en plantenplagen.
Voor de vruchtwisseling (tip!) kan het heel handig zijn om de verschillende gewassen in de juiste plantenfamilie te kunnen plaatsen. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de, voor de voedselproductie, belangrijkste families en een aantal kenmerken waar je die families aan kan herkennen.
Amaranten | Amaranthaceae
Amaranten worden vaak als sierplant gebruikt vanwege hun prachtige kleine bloemetjes die vaak in pluimen staan. Een aantal planten van deze familie worden ook gebruikt voor de productie van groente. Gewassen omvatten onder andere de rode biet, suikerbiet, voederbiet, snijbiet, zeebiet, spinazie, maar ook gewassen zoals de quinoa (gierstmelde) en melganzevoer. Quinoa wordt vaak gebruikt wordt voor de productie van graan. Melganzevoet is eetbaar maar kan, zeker op zandgrond, ook een flink onkruid vormen. Veel planten uit deze familie hebben een vruchtwisseling van 1 op 4 nodig.

Composieten | Asteraceae
Composieten zijn planten waarvan de bloemen bestaan uit vele kleine bloempjes met één bloemblad die samen de grotere bloem vormen die we herkennen. Als je bijvoorbeeld inzoomt op de foto van de zonnebloem dan zie je aan de buitenrand van de bloemkern kleine buisbloempjes met elk een meeldraad of stamper. In de kern zie je de zaden die elk klein bloempje oplevert. Elk van de grote bloembladeren bestaat ook uit een klein bloempje; een lintbloem.
De composieten worden veel gebruikt als sierbloem en als homeopathisch geneesmiddel, maar ook heel veel als voedselgewas. Typische sierbloemen van deze familie zijn de margriet, de paardebloem, de distel, kamille, goudsbloem en het madeliefje.
Typische voedselgewassen uit deze familie zijn zonnebloem, sla, andijvie, witlof en artisjok. Ook wordt bijvoorbeeld het afrikaantje gebruikt om bepaalde plagen te beheersen. Veel planten uit deze familie hebben slechts een vruchtwisseling van 1 op 3 nodig en hebben relatief weinig last van plantenziekten en -plagen.

Grassen | Poaceae
Poaceae of grassen en granen is een plantenfamilie die zeer algemeen over de hele wereld verspreid is. Er zijn ongeveer 12.000 verschillende soorten grassenachtigen!
Gewassen die tot deze familie behoren zijn verschillende granen zoals mais, tarwe, haver, gierst, riet en rijst en vormen een van de belangrijkste voedselbronnen op aarde.
Omdat ze minder last lijken te hebben van plantenziekten en -plagen, worden ze vaak continu gekweekt met slechts een relatief kleine vermindering van de opbrengst. De laatste jaren wordt er wel wat getwijfeld aan dit gegeven. Mogelijk hebben we juist al jaren een minder goede opbrengst dan mogelijk.
Net als uien zijn deze planten eenzaadlobbige planten. De bloemen van de grasachtigen zijn echter vaak veel kleiner en minder zichtbaar en groeien vaak in een aar (een tros met hele korte steeltjes) of een tros. Onder een microscoop lijken de bloemen vaak op kleine tulpen met meeldraden die naar buiten hangen.
Naast hun bloemen zijn grasachtigen vaak te herkennen aan de holle stengel en de nerven van de bladeren die paralel aan elkaar lopen.

Kruisbloemigen | Brassicaceae
Brassicaceae of kruisbloemigen: tot deze familie behoren alle koolgewassen zoals radijs, paksoi, broccoli, bloemkool, Chinese kool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en koolzaad. Planten uit deze familie zijn vaak te herkennen aan de typische bloemen met 4 kelk- en 4 kroonbladeren in een kruis en hun grote leerachtige bladeren. Afhankelijk van de plant wordt de knol, het blad en soms het zaad gebruikt.
Planten uit deze familie hebben over het algemeen een vruchtwisseling van 1 op 6 nodig om te grote schade te voorkomen van plantenziekten en -plagen. Sommige planten van deze familie, zoals bladrammanas, worden juist gebruikt als bodembedekker en om bepaalde bodemplagen te bestrijden.

Komkommerfamilie | Cucurbitaceae
De komkommerfamilie is een familie van planten die vooral in de tropen voorkomen. Een aantal gewassen zijn echter gedomesticeerd en worden voor de groentekweek gebruikt.
Veel gekweekte gewassen omvatten de kalebassen, pompoenen, courgette, meloen en de komkommer.
Planten van deze familie hebben meestal grote harige bladeren die vaak handlobbig zijn (net als klimop-blad) en grote bloemen die bestaan uit 5 met elkaar verbonden bloembladen.
Mede vanwege dat deze familie weinig is het wild voorkomt hebben veel planten uit deze familie slechts een vruchtwisseling van 1 op 3 nodig.

Nachtschade | Solanaceae
De nachtschades is een voor Nederland hele belangrijke familie. Dit omdat het een belangrijk economisch gewas is, maar ook omdat de opbrengst van dit gewas veel van onze historische ontwikkelingen mogelijk hebben gemaakt.
Gewassen die in deze familie voorkomen zijn de aardappel, tomaat, aubergine en paprika en worden geteeld voor hun knollen en hun vruchten.
De bloemen van deze familie hebben vaak 5 kelkblaadjes en 5 bloemblaadjes die zijn samengesteld (aan elkaar gegroeid zijn). Veel planten uit deze familie hebben een vruchtwisseling van 1 op 4 nodig maar dat kan een stuk langer zijn als er veel hinder is van bepaalde plantenziekten en -plagen zoals het wortelknobbelaaltje.

Schermbloemigen | Apiaceae
Schermbloemigen is een plantenfamilie die vaak te herkennen us aan de typische bloemschermbloemen. De bloemschermen bestaan uit korte bloemstengels die afkomstig zijn uit één centraal punt van de stengel; een beetje zoals een paraplu. Gewassen in deze familie zijn wortelen, venkel, selderij, peterselie en pastinaak. Veel planten uit deze familie hebben een redelijk ruime vruchtwisseling nodig van 1 op 6.
Omdat de bloemen in een scherm groeien worden ze ook redelijk vaak gebruikt door behulpzame insecten als schuilplaats. Zo worden de bloemen gebruikt door lieveheersbeestje-larven en sluipwesp-larven die erin kunnen schuilen en de nectar als voedingsbron gebruiken. Een vrij bekende combinatieteelt is wortel met uien.

Uien | Alliaceae
Deze planten kunnen gemakkelijk worden onderscheiden van de andere groenten door hun vaak holle bladeren met parallellopende nerven en gemakkelijk van de meeste grassen door hun prachtige bloemen die vaak in een bolvormig scherm groeien. Daarnaast hebben de meeste planten een karakteristieke uien-geur. Prei, uien, knoflook en bieslook maken allemaal deel uit van de uienfamilie.
Veel planten uit deze familie hebben een vruchtwisseling nodig van 1 op 6.

Vlinderbloemigen | Fabaceae
De vlinderbloemenfamillie is een groep planten die zijn naam dankt aan de karakteristieke opbouw van de bloem met twee grote vlaggen, twee zwaarden en een centrale kiel. Daarnaast zijn deze planten vaak te herkennen aan de samengestelde bladeren, zoals bijvoorbeeld bij kruidje-roer-me-niet.
Tot deze familie behoren veel veel gebruikte gewassen zoals de sperzieboon, de tuinboon, de erwt, de sojaboon, pinda’s maar ook bijvoorbeeld klaver. Veel planten uit deze familie hebben hebben een vruchtwisseling van 1 op 6 nodig.
De vlinderbloemigen vormen samen een zeer nuttige groep voor de biologische teelt omdat ze een symbiotische (win win) relatie hebben met de wortelknobbelbacteriën.

De plant levert de bacteriën voedsel en in ruil daarvoor bindt de bacterie stikstof uit de lucht, die zo ook beschikbaar komt voor de plant.
Door deze samenwerking hebben deze planten geen extra stikstofbemesting nodig en kunnen ze dus zeer goed groeien op stikstofarme gronden. Aangezien stikstof een nutrient is dat vrij makkelijk verloren gaat, vormen vlinderbloemigen een essentieel onderdeel van het teeltplan.