Bodemkwaliteit

Je hebt vast weleens gehoord dat de teelt van planten begint met een bodem van goede kwaliteit. Dat is logisch aangezien de bodem niet alleen zorgt voor de verankering van planten maar ook voor de aanvoer van water, lucht en nutriënten. Een goede teelt-bodem is in staat om planten goed te laten groeien en als een buffer te functioneren tegen tijdelijke veranderingen. De geschiktheid van de bodem is afhankelijk van de fysische, chemische en biologische eigenschappen van de bodem. 

Hieronder leg ik uit wat deze verschillende eigenschappen zijn en hoe je ze kan beoordelen.
Bij elk onderdeel staat een link waarin ik de informatie in meer 
detail uitleg.

Gezonde bodem

Bodemleven

Het bodemleven en de biologische toestand van de bodem is waarschijnlijk het moeilijkst te bepalen van al deze factoren. Dit komt omdat het niet zo goed duidelijk is wanneer de biologische toestand kwalitatief beter is en wanneer slechter. 
Voor de teelt van planten is het echter belangrijk dat een bodem een goede omzettingssnelheid heeft zodat nutriënten goed beschikbaar komen, en dat de bodem in zekere mate ziektewerend is.

Biologische toestand van de bodem

Fysische toestand van de bodem

De kwaliteit van de bodem is grotendeels afhankelijk van de fysische toestand hiervan. De fysische toestand wordt voor een groot deel bepaald aan de hand van grootte van de zandkorrels. Grote korrels noemen we zand (63 micrometer tot 2 millimeter), de iets kleinere korrels noemen we silt (2 micrometer tot 63 micrometer) en de nog kleinere korrels noemen we klei (kleiner dan 2 micrometer). De verhouding van deze drie korrels bepaald de grondsoort, zoals je in het figuur hiernaast kan zien.

Door de enorme verschillen in korrelgrootte zijn er ook grote verschillen voor de plant. Zo is zandgrond vaak redelijk los, goed doorwortelbaar en is er ook veel zuurstof beschikbaar, maar ook is zandgrond vaak erg arm aan nutriënten en het water loopt er gemakkelijk doorheen, hierdoor kan zandgrond heel makkelijk uitdrogen.  

Structuur van de bodem meten

Bemesting

Voor een kwalitatief goede bodem en de groei van planten is de chemische toestand van de bodem heel belangrijk. Stikstof (N), en Fosfor (P) en Kalium (K) zijn de voornaamste, maar daarnaast heeft de plant ook veel magnesium (Mg), calcium (Ca) en zwavel (S) nodig en een klein beetje van de sporenelementen borium (B), molybdeen (Mo), mangaan (Mn), koper (Cu), kobalt (Co), seleen (Se), zink (Zn) en ijzer (Fe). Een tekort aan een van deze nutriënten zorgt vaak voor een slechte of afwijkende plantengroei, maar ook een teveel kan de groei van de plant evengoed verstoren. Een goede grond heeft voldoende van al deze nutriënten beschikbaar voor de plant. 

Naast de aanwezigheid van de nutriënten hangt de beschikbaarheid ook af van de grondsoort en de hoeveelheid organisch materiaal. Zo heeft een kleigrond vaak een enorme nutriëntenreserve terwijl zand een zeer klein reserve heeft. De aanwezigheid van organische stof kan in dat geval alsnog voor een buffer zorgen. 

Advertentie
Play to Prep focust zich op het voorbereiden van gezinnen op mogelijke noodscenario’s zoals een overstroming of langdurige stroomuitval. 

Voor de gezinnen met weinig ervaring met  voorbereiden is er een tabletop-scenariotraining; bedoeld om inzicht te krijgen in wat er bij een noodscenario komt kijken en hoe het gezin op dat moment handelt. 

Ga naar http://www.playtoprep.nl voor meer informatie.